Als er sprake is geweest van een eerste volledige schouderluxatie (vaak na een trauma), dan zul je waarschijnlijk bij een arts zijn geweest op de spoedeisende hulp om de schouderkop weer in de kom te laten zetten (reponeren). Het lukt vaak niet de schouder zelf terug te zetten, tenzij de schouder net niet is geluxeerd, een zogeheten subluxatie.
Een schouderluxatie is vaak zeer pijnlijk zolang de schouder uit de kom is. Op het moment dat de kop weer terug is in de kom (gereponeerd) verdwijnt de meeste pijn en kan begonnen worden met de revalidatie. Na een schouder uit de kom is revalidatie belangrijk om vervolgluxaties te voorkomen en de functie van je schouder terug te krijgen. Een luxatie kan het kraakbeen en andere structuren beschadigen. Hoe vaker de schouder uit de kom gaat, hoe slechter dit voor het gewricht is en hoe lastiger het wordt het gewricht met fysiotherapie weer stabiel te krijgen.
Met echografie kunnen we beoordelen of er, als gevolg van de luxatie, schade is ontstaan aan de pezen die de schouder aansturen en of er schade aan het kraakbeen is ontstaan (Hill Sacks laesie). Ook kan de kraakbeenring (labrum) tussen kop en kom deels beoordeeld worden met echografie.
Als je schouder, ondanks fysiotherapie, instabiel aanvoelt of wanneer er sprake is van nóg een luxatie, brengen wij de huisarts op de hoogte en vragen we een doorverwijzing naar een orthopeed om jouw schouder verder te beoordelen en een plan van aanpak te maken.